HAPPY DAY

Mijn twee jurkjes horen in een oorlogsmuseum en daar gaan ze ook heen, maar eerst wil ik ze laten zien op mijn weblog. Het witte jurkje heeft een label met “Happy Day” en het oranje is bijna exact nagemaakt, waarschijnlijk van parachutestof. Ze zijn het symbool voor de tijd dat ik “ondergedoken” was.

Ik herinner me niet, dat ik ze heb gedragen, maar ik heb ze mijn hele volwassen leven  gekoesterd, diep weggestopt in een kast. Dit was ik , dit kleine meisje, weggestopt bij pleeggezinnen. Mijn bestaan was van zo groot belang, dat ik er niet  mocht zijn. Anderhalf jaar oud was ik, toen ik weggebracht werd en in mijn vierde jaar teruggevonden ,drie pleeggezinnen verder, verborgen in het  piepkleine Neerkant. Volgens mijn ouders waren mijn eerste woorden tegen hen : Ik ken mama en papa nog wel.

Ik herinner me niets van de tijd dat ik terugging naar mijn eigen ouders. Wat ik nog duidelijk zie, dat zijn de wormstekige appeltjes, de ham en worst aan het lage plafond, de manier waarop Moeke het brood sneed, de koster van de kerk, de molenaar, mijn grote pleegzusjes die ik bewonderde, de rabarber zo van het land lekker zuur, achterop een paard zitten, de zolder waar ik sliep met mijn even oude pleegbroertje,  de boerderij pal aan de weg, de melkfabriek ernaast , de spinnen die we vonden en een beschieting vanuit de lucht terwijl ik samen met een pleegzusje onder een fiets lig en de kogels hoor ketsen op de weg, tak-tak-tak.

Mijn eerstvolgende herinnering is de geboorte van mijn zusje, een jaar later en hoe het kleine huis waar we woonden vol zat met ontheemde familieleden. Mijn moeders broer, een neef van mijn vader slapend op matrassen in de gang en later uit een jappenkamp zijn twee zussen.

En dan zijn er nog die twee jurkjes in mijn kast en het nooit verdwijnende gevoel dat ik er niet mocht zijn.

Dit bericht is geplaatst in vkblog. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.